11 augustus 2009 (tweede reis)

Geschreven door Henk Oosterwijk.
Datum: 11 augustus 2009.

Wat ik op de Vestmannaeyjar heb meegemaakt zal me nog lang bijblijven. Ik ontmoette de groep mannen die naar de Faröer waren overgekomen met hun Zodiacs. Ze hadden me immers uitgenodigd om naar hun woonomgeving, de Vestmannaeyjar te komen en ze hebben me het eiland in al zijn facetten laten zien. Ik viel met de neus in de boter, want toen ik vrijdags aankwam, begon ’s avonds het jaarlijkse feest waarbij het einde van de vulkaanuitbarsting in 1973 wordt gevierd. Dat feest duurde het hele weekend. Ik heb geen ongeregeldheden gezien gedurende die drie dagen en toch werd er flink gefeest en gedronken. Overal speelden bandjes en werd meegezongen. Het was een spektakel om nooit te vergeten. En dat was nog maar het begin. Een dag na aankomst werd ik al in een auto over het hele eiland gereden. En dan zie je pas goed wat de vulkaanuitbarsting in 1973 teweeg heeft gebracht. De haven is toen bijna afgesloten. De ingang is nu nog minder dan 100 meter breed. Toen ik aankwam met de boot was het zo mistig dat je maar een tiental meters kon zien. De rotswand bij de ingang doemde dan ook ineens op en leek aanvankelijk op bruinzwarte rook. Op het eiland is veel lava te zien en dat wordt nog wel gebruikt bij bouwwerkzaamheden. Toch bloeien er planten en bloemen op die lava. Heel gek om een compleet zwart gebied te zien met op vele plaatsen op zichzelf staande groene bladeren en witte bloempjes. En dan is er die berg waar de wind het hardst waait in heel Europa. Er zijn daar golven van 22 meter gemeten. Daar wil je beslist niet met je boot in zitten. Het is dus oppassen geblazen, net als bij de Shetlands en de Faröes.

Een paar weken later kwamen Paul en Magnar aan. Paul had mee kunnen varen met de Noorse solozeiler Magnar in een 32 voets zeilboot. Toen ze aankwamen hadden ze een probleem want de boot beschikte niet over een binnenboortmotor, maar over een kleine buitenboordmotor van 2,3 pk. En dat is echt veel te weinig in deze wateren, maar ik zou zeggen dat het overal te weinig is. Als er stroming staat of harde wind, dan heb je niets in te brengen als er iets met de zeilen fout gaat. Ze konden dan ook niet tegen de wind in varen met die buitenboordmotor. Gelukkig zag ik een kennis met een Zodiac en die heeft ze naar een steiger gesleept. Maar eigenlijk vind ik dit onverantwoord, om met zo’n kleine buitenboordmotor te varen. Magnar dacht er nog over om door te varen naar de ooskust van Groenland, maar hij zou zeker naar het eiland Jan Mayen gaan. Ik hoop voor hem dat dat allemaal goed afloopt, maar ik heb er weinig vertrouwen in. Paul is na twee dagen alweer afgereisd naar Thorshavn op de Faröer omdat hij zijn reportage daar nog niet af had en een groot feest aan het eind van de maand juli wil meemaken.

Ik zelf wilde een groot feest op de Vestmannaeyjar van 31 juli tot 3 augustus meemaken. En tussentijds eigenlijk nog Reykjavik bezoeken. Dat laatste is niet meer gelukt. Voordat ik het wist nam ik deel aan een grote barbeque in een prachtige baai op het eiland. Met zodiacs zijn we met alle spullen daarnaartoe getransporteerd. Er waren wel 80 mensen en we hebben tot laat in de ochtend gefeest. Vervolgens heb ik bijna alle eilanden met een zodiac bezocht en heb ik nog op één eiland geholpen met het opdrijven van de schapen. Die werden daarna geschoren en weer vrijgelaten. Daarna kwam de jacht op de puffins. Dit jaar mochten ze gedurende vijf dagen jagen. Ik heb meegemaakt hoe jagers van een eiland werden opgehaald met de door hen gevangen puffins. Een heel avontuur, want de zee was die dag beslist niet rustig. De eilanden zijn steil en als je aan wal gaat of van het eiland af wilt, dan moet je langs lange touwen omhoog klimmen of afdalen. Uiteraard is alles onderaan het eiland erg glibberig van de zee en de beplanting, dus je kunt je ongeveer wel voorstellen hoe risicovol dat allemaal is. Ik heb geen ongelukken zien gebeuren, hooguit een wat onzachte landing in een zodiac. Zelf balanceerde ik een keer op de boeg van een zodiac maar een sterke hand trok me snel naar binnen.

En ten slotte was er dus dat grote feest waarbij hele straten van witte tenten worden gebouwd. Die straten hebben zelfs namen, zodat je een tent terug kunt vinden in de massa. De tenten hebben ook een vastgestelde grootte en in het algemeen worden ze alleen door de lokale bevolking geplaatst. In totaal doen er zo’n 12.000 mensen mee aan het feest, en met een inwonertal van 4200 mensen is het merendeel afkomstig van het vasteland (dat is dan IJsland). Ik heb bij de voorbereidingen meegeholpen om grote houten smilies te maken en heb een kennis geholpen om de tentstokken van een nieuwe verflaag te voorzien. Ik heb later gehoord dat er 14.000 mensen op dat feest zijn geweest. Ik ben op de zondag, terwijl het feest zijn laatste dag beleefde, afgereisd richting Orkney’s. Er was weliswaar een lagedrukgebied op komst vanuit Ierland, maar ik dacht het door mijn vroegere afreizen toch uit de weg te blijven. Dat laatste is niet gelukt.

Gedurende vier dagen had ik minimaal windkracht 5 tot 6 en er waren dagen bij van windkracht 7 en 8. Weinig slapen en geen warm eten. Na 5 1/2 dag kwam ik aan in Thorshavn op de Faröer. Ik had moeten uitwijken i.v.m. de stevige oosten en zuidoostenwinden. Op de Vestmannaeyjar had ik al motorproblemen en dat was ook de reden dat ik zo snel mogelijk richting het zuiden wilde afreizen. Ik kreeg de motor zo goed als niet meer gestart. Een cylinder deed niet mee. En ik had al contact met NL over de inbouw van een nieuwe motor. Deze motor had vijftien jaar zijn werk gedaan en aangezien ik de vierde eigenaar ben weet ik niet hoe de anderen de motor behandeld hebben. Toen ik de boot pas gekocht had heb ik de motor een totale revisie moeten laten geven i.v.m. zeewater in de motor. En vorig jaar in Tallinn waren er dus kleppen verbrand. Tijd voor een frisse start met een nieuwe motor. Maar op die tocht door de storm en bij de aankomst op de Faröer was ik volstrekt op de zeilen aangewezen. Ik heb na de storm de fok gewisseld voor de genua zodat ik meer power met de zeilen had. Bij de Faröer staan harde stromingen en het is echt oppassen geblazen. Met de zeilen alleen red je het dan soms niet.

Gelukkig kreeg ik bij de Faröer de motor nog een keer gestart. En ik kon dus gelukkig op de motor tussen de eilanden door naar Thorshavn varen. Eenmaal in de haven om 05.30 lokale tijd viel de motor nog een keer uit, maar gelukkig kreeg ik hem weer gestart en kon ik afmeren. Aangezien je op zo´n aankomstdag nog vol adrenaline zit, kun je het slapen wel vergeten. Ik heb maar twee uur gelegen en ben later met de schoener van Birgir uitgevaren. ´s Avonds ben ik toen wel op tijd naar bed gegaan en heb heerlijk acht uur vol gemaakt. Ook de volgende dag ben ik met Birgir op toer geweest met uiteraard veel betalende gasten. En de dag daarop was het maandag en kon ik bij een watersportwinkel op zoek gaan naar een ophangbeugel voor de buitenboordmotor zodat ik die in nood voor mijn Midget kan gebruiken. Ik heb een opklapbare beugel gevonden en hem aan de zwemtrap gemonteerd. Hij is alleen bruikbaar in een haven of op een rivier. Want met veel golven komt de buitenboordmotor uit het water omdat het schip dan teveel steigert.

Tijdens de overtocht naar Thorshavn heb ik in de storm toch ook wel wat water binnen gekregen. Er moet aan bakboordzijde een klein lek zijn bij de fittingen van verstaging of zo. Want als ik het gangboord onder water zeil, dan neemt de boot water. Op de Vestmannaeyjar was ik erachter gekomen dat mijn Henderson handpomp niet meer werkte. Er zat een scheur in het rubber van de uitlaatventiel. Maar ik heb nieuwe rubbers op de Vestmannaeyjar kunnen krijgen en dat was maar goed ook, want ik heb de pomp goed kunnen gebruiken. Trouwens een boot zonder bruikbare pomp is levensgevaarlijk. Ik heb gelukkig altijd nog wat alternatieven, maar in een noodgeval moet je met een puts aan de gang. En dat kan alleen als het water totaan de lippen staat (spreekwoordelijk uiteraard). Al met al was het dus een enerverende tocht geweest en ik heb er weer veel van geleerd. In de haven ben ik meteen aan de slag gegaan om de schade te reparereren. Scheuren in het groootzeil en de buiskap, een reeflijn die kompleet losgeschoten was, en meer van dat soort kleine zaken. Allemaal te verhelpen en het geeft ’s avonds bij het naar bed gaan een goed gevoel als je je werk hebt gedaan.

Ik ben op het moment aan het informeren wat het zou kosten om hier een nieuwe motor te kopen en te laten monteren. Er is het belastingvoordeel, want ik hoef hier geen belasting te betalen. Maar op een eiland maken de transportkosten de prijzen altijd wat hoger dan op het vasteland, dus het is afwachten wat er uit die onderhandelingen komt. Toch moet ik uiterlijk begin september hier weg zijn, want dan komen de grote depressies en is er een kortere periode van acceptabel zeilweer. De zee komt dan niet meer echt tot rust en als je te lang wacht dan kun je niet meer naar het zuiden afreizen en zit je hier vast voor de winter. Ik heb hier mensen ontmoet die dat vorig jaar is overkomen. Hoe het met mij hier afloopt vertel ik je in het volgende reisverslag. Dat zal dan voor dit jaar het laatste zijn, want ik heb besloten om de winter in NL door te brengen. In ieder geval een flink aantal maanden.

Groeten.

Henk Oosterwijk
a/b Sogno d’Oro


Laat een reactie achter