Vervangen plafondbekleding
Mijn Midget 26 stamt uit het bouwjaar 1990 en al jaren geleden begon een proces van erosie en liet op diverse plaatsen de toen toegepaste plafondbedekking langzaam los. Het euvel is bekend bij de schepen uit die bouwperiode.
Na mailcontact te hebben gehad met clubleden en adviezen gekregen te hebben over diverse oplossingen zag ik er steeds meer tegenop om aan vervanging van de plafondbedekking te beginnen. Het alternatief was om het bij De Kloet te laten doen, maar het vinyl waar zij mee werkten vond ik te ‘kunststofachtig’ in mijn schip, ook omdat ik een zo mooi zacht gestoffeerd plafond gewend was.
Goede raad was duur en na nog eens een paar jaar denken heb ik, met hulp, de klus geklaard. We vonden een manier waardoor ik er niet meer huizenhoog tegen op zag.
Het lijkt me handig om dit met andere Midgeteigenaars te delen, zodat anderen wellicht hun voordeel kunnen doen met mijn ervaringen.
Wat heb ik gedaan?
• alle oude plafondbedekking met een plamuurmes eraf gestoken, waarbij het nodig is om een flinke stofzuiger er vlakbij te houden. Het is een vieze en moeizame klus die een hoop rotzooi geeft; het oude spul plakt op de een of andere manier overal aan vast. Je moet alles daarom snel opruimen en afvoeren;
• de afdeklat in het midden en andere houten sierringen rond de ventilatieopeningen, als ook de rvs steun langs de trap, verwijderd;
• laag-polige vloerbedekking gekocht van 3 meter lengte en 4 meter breed, met opzet van een mindere kwaliteit met een pool die niet zo dicht is ingeplant, waardoor deze vloerbedekking juist wat rekbaarder was. Dit was het advies van de stoffeerder. (Slijtage door erop te lopen is immers niet aan de orde.)
Voordeel van een dergelijke pool is dat de randen niet afgewerkt hoeven te worden met latjes of iets dergelijks;
• de vloerbedekking in vier stukken van 1,5 – 2 meter gesneden en met Bison-tix
contactlijm op het plafond geplakt. Het aanbrengen tegen het plafond leek mij nog de grootste klus. Immers: op een boot is niets recht of symmetrisch. Door inschakelen van een bevriende (en héél goede) stoffeerder was dit karwei echter in twee uur geklaard. Voorwaarde is wel om een stoffeerder te vinden die de kunst machtig is om met zijn scherpe Stanleymes vlak langs alle randen in één keer de juiste vorm in het geheel te snijden.
Daarna volgt natuurlijk nog een hele opruimactie van alle losgesneden stukken vloerbedekking en moeten de verwijderde latten en de trapsteun weer worden aangebracht.
De kosten? Aan materiaal was ik nog geen € 200,= kwijt. Daarbij komt uiteraard nog wel het uurloon van de stoffeerder.
Willem van Pernis – ‘Alkyone’
Spitsgattertje 146, oktober 2013